HÉT INDISCH MAANDBLAD
67e JAARGANG
• NR. 7 • JANUARI 2023 • € 6,60
Boekoe- VO O R WO O R D -
Tong Tong, 28 maart 1959:
‘Op de boekenbeurs van de Bijenkorf in Den Haag heeft het stalletje
van de Indische literatuur (toekang djoeal: E. Breton de Nijs en Tjalie Robinson)
het best verkocht van alle stalletjes! Beide schrijvers menen voor dit succes
onze (hoofdzakelijk Indische) kopers apart te moeten bedanken.
Maar er bleek nog meer: het Indische boek begint
zijn solide plaats op de Europese boekenmarkt te
veroveren: de Indischman gaat zijn schrijvers kennen en waarderen. Als deze groei doorgaat, formeren zich straks ongetwijfeld literaire kringetjes,
méér pennen komen in beweging, het werkterrein
groeit en de kritiek, het gehalte wordt steeds beter.
Dat is goed. Dat is héél, héél goed.
Hantem teroes, repatrianten, hantem teroes. Er is
ook in de Europese rimboe wel cultuur te brengen!
(Wie lacht daar?!).’
Bijna 64 jaar nadat Tjalie Robinson dit stukje schreef,
heeft het Indische boek die solide plek veroverd.
Reggie Baay, Alfred Birney, Marion Bloem, Adriaan
van Dis, Dido Michielsen - ze zijn niet meer weg te
denken uit de boekhandels. En veel meer pennen
zijn gaan schrijven. Het uitbrengen van een boek
is ook makkelijker geworden. Bij een uitgeverij als
Boekscout kan je je eigen boek uitgeven.
Al meer dan 10.000 schrijvers deden dat bij deze
organisatie, onder wie ook Indische schrijvers.
Op de redactie van Moesson komen wekelijks
nieuwe boeken binnen: romans, levensverhalen,
historische overzichten, kinderboeken, kookboeken.
Zoveel dat we ze niet altijd allemaal kunnen
bespreken op een manier die de boeken en diens
schrijvers verdienen.
En dus besloten we een Moesson uit te geven
die geheel in het teken staat van Indische boeken.
In de geboortemaand van Tjalie.
En uiteraard zetten we ook zijn werk in de spotlights,
want als er één Indische schrijver die solide plek op
de Europese boekenmarkt verdient, is hij dat wel.
Foto: Herbert van der Beek
H
et was een bijzonder gezellige dag met talloze ontmoetingen met oude kotjo’s en met
andere leuke herinneringen: “Obral besar!”
“Alles moet weg!” “Wie één koopt, koopt
twee!” ”Borongan!” Het leek af en toe wel
op een lèlang voor een vertrekkend collega
op een klein plaatsje in het oude Indië!
3Inhoud
PROFIEL
10
20
Tjalie Robinson, actueler dan ooit
Mohammed Benzakour enthousiast over
Moessonoprichter Tjalie Robinson
Onverbloemd
Marion Bloem blijft dichtbij haar familie
INTERVIEW
32
42
Jeffrey Satoor de Rootas
Wie schrijft, die blijft
De verborgen kanten van Thom Hoffman
Het nieuwe boek Indië, betovering en
desillusie van Thom Hoffman
REPORTAGE
28
Herinneringen aan Max Havelaar
A trip down memory lane met Arnaud
Kokosky Deforchaux
MAKAN
48
Maureen Tan - De smaak van Surabaya
53
Nasi goreng van de redactie
38
Maureen recenseert Warung Atika
Zoveel Indo’s, zoveel smaken
53
4
60COLUMNS
20
17
19
Robin Block:
Sneeuw in de tropen
Ting Ting Detektif
Maarten Fornerod op zoek naar de man
in de batikbroek
26
Frans Leidelmeijer:
59
Patricia Jacob:
De kampschilders
Tumis brokoli
BOEKOE
Foto: Ivan Wolffers
51
38
Greep uit de kast
Waar je honger van krijgt
Voor iedereen een eigen pareltje
Angelique Meeng over de bijzondere
boeken in de Moessonbibliotheek
IEDERE MAAND
6
8
9
10
Nieuwtjes
Indopuzzel
Oleh Oleh
46
Planten uit de tropen:
60
Insta Indo
61
Anak Moesson: Met Joraja, Jaély, een
64
66
67
Beleven
Kenanga Wangi, de parfumboom
sprookje en leuke weetjes
Ting Ting
Colofon
Coverfoto: Julia Scheltus geforografeerd
door Ashley de Groot
510- P R O FI EL -
Tjalie Robinson,
actueler dan ooit
Hij kwam de naam Tjalie Robinson pas voor het eerst tegen
in Revolusi van David van Reybrouck, die hem typeerde als een ‘erg sympathieke schrijver’
die op de pakketboten ‘liever tussen de paupers op het onderste dek verbleef
dan tussen de intellectuelen en notabelen bovenin’.
Nieuwsgierig geworden begon schrijver en journalist Mohammed Benzakour
te lezen en raakte enthousiast over de voor hem onbekende Tjalie.
Door Mohammed Benzakour // Beeld: Archief Moesson
V
oor de gelegenheid heb ik een
hele avond zitten snuffelen in mijn
boekenkasten. Hoeveel Indische
schrijvers bezit ik eigenlijk?
Na enig turven was ik verdomd
snel klaar.
De oogst: twee romans en een Indisch
kookboek van Yvonne Keuls, het Parijsboek van Adriaan van Dis en diens
Boekenweekgeschenk Palmwijn, een
essaybundel en het aaibare poezenboek
van Rudy Kousbroek, en ten slotte, diep
weggemoffeld, een geel beduimelde
novelle van Tim Maran (is hij eigenlijk wel
Indisch?), De menseneter van Tjarinti,
over een legendarische Sumatraanse tijger
die vanwege zijn haast menselijke sluw-
heid dorpen terroriseerde, tot zijn fatale
val; een van m’n favoriete jeugdboeken.
Dat was het, mijn verzameling Indische
boeken, een lachertje vergeleken met mijn
Russische, Arabische en Latijnse bibliotheek van meer dan vier meter.
O wacht, daar prijkt ook nog Daums
Goena-goena en Couperus’ De stille kracht
(naast Van oude mensen, etc ... ) en niet te
vergeten de Max Havelaar.
Echter: Daum, Couperus noch Multatuli
waren Indisch, dus die tellen niet.
Hella Haasse was dat evenmin en haar
Oeroeg ken ik uitsluitend als clandestien
verhandelde samenvatting-versie voor
de boekenlijst. Graag had ik Alfred Birney
(eindelijk weer een boeiende Zomergast)
hiertussen gehad, maar de enige reden
dat hij ontbreekt is omdat mijn stapels
nog-te-lezen-boeken tot aan het plafond
reiken en ik twee jaar terug mezelf een
moratorium oplegde voor nieuwaankopen.
Toch gek, deze magere oogst, want als er
één land is dat mij wegblies dan is dat wel
Indonesië. Toen ik in 2018 was uitgenodigd
om aan de Universitas Indonesia te
Jakarta les te geven aan Indonesische
studenten Nederlands, werd ik op slag
verliefd op Java, waarna direct de betovering van Lombok en Bali volgde. Zoveel
geconcentreerde schoonheid en gratie
kwam ik nergens anders tegen.
‘De gordel van smaragd’ snap je pas goed
als je er rondloopt.
11Haar
romandebuut
Geen gewoon
Indisch meisje
was absoluut geen
autobiografie.
‘Ook geen
verkapte’
20- P R O FI EL -
Onverbloemd
Al 50 jaar speelt Marion Bloem een spel met fictie en de werkelijkheid.
Met haar Indische boeken wilde ze het Indische verhaal van haar ouders doorgeven.
Maar met haar laatste boek INDO leek daar een eind aan te komen.
Deze maand komt haar nieuwste boek uit. Ricci Scheldwacht herlas
haar werk en legde haar boeken naast elkaar.
Door Ricci Scheldwacht / Fotografie: Ivan Wolffers
V
olgende maand ontvangt
Marion Bloem de Constantijn Huygensprijs voor haar
gehele oeuvre, romans,
verhalen en gedichten.
De prestigieuze literatuurprijs wordt al sinds 1947 uitgereikt
door de Jan Campert-Stichting.
Ze krijgt de prijs als bekroning voor
haar ‘overweldigende productiviteit’, aldus de jury. Daarmee is geen
woord te veel gezegd. Achterin
haar voorlaatste boek INDO (2020)
staan de titels van haar romans,
verhalenbundels, novellen en nonfictieboeken vermeld. Het zijn er 44.
Eind deze maand verschijnt alweer
haar 45ste boek: Meisjes uit het
dorp.
Dat dit laatste boek er is gekomen mag een wonder
worden genoemd. 2022 was voor haar een bewogen
jaar, waarin ze haar 70ste verjaardag en haar 50-jarige
jubileum als schrijver vierde, maar waarin ze ook
afscheid moest nemen van haar man Ivan Wolffers.
Meer dan twintig jaar streed hij tegen de slopende
ziekte, die hij telkens weer de baas
leek, maar uiteindelijk was de prostaatkanker niet te verslaan.
Het was niet de eerste keer dat ze
binnen korte tijd een dierbare verloor. In 2020 overleed haar moeder,
midden in de coronatijd. En weer
twee jaar daarvoor stierf haar zus
Joyce aan de gevolgen van kanker.
De dood van Joyce verlamde haar.
Ze kon niks meer, vertelde ze in een
interview met Moesson. Een totaal
gevoel van zinloosheid overviel
haar. ‘Weg willen van hier.
Weg van deze aarde.’
Ze kon pas weer schrijven toen ze
besefte dat haar nieuwe boek over
de dood moest gaan.
Dat boek, Een teken van leven (2018) gaat over rouw
en rouwverwerking; over de onontkoombaarheid van
de dood en hoe we daarmee omgaan. Ze schrok er
niet voor terug om in detail te vertellen over de ziektebeelden van haar dierbaren: haar man, haar zoon,
haar ouders, haar zwager, Joyce. En wat dat allemaal
teweegbracht, geestelijk en lichamelijk.
21- R EP O R TAG E -
Herinneringen aan
Max Havelaar
Arnaud Kokosky Deforchaux (59) reisde naar Rangkasbitung, de plaats waar de schrijver
Multatuli (Eduard Douwes Dekker) woonde toen hij nog assistent-resident van Lebak was.
Voor Arnaud werd het een reis terug in de tijd en a trip down memory lane.
Door Arnaud Kokosky Deforchaux
‘G
o with the flow,’ was mijn motto tijdens mijn
laatste bezoek aan Indonesië. Dus reageerde
ik zo ook op het appje van mijn schoonzus
Marjolein. Zij had via internet in Rangkasbitung het kookboekje Kokki Bitja besteld en
vroeg me of ze het boekje uit 1880 naar mijn
logeeradres in Bandung kon laten versturen.
‘Per post kan het kwijt raken. Dat zou zonde zijn van
dit bijzondere boekje’, appte ze. ‘Tussen Indonesië en
Nederland kan het kwijtraken, maar binnen Indonesië
net zo goed. Ik ga er wel even langs,’ appte ik terug.
Go with the flow! Ik zag op mijn telefoontje dat Rangkasbitung met een kleine omweg tussen Bandung en
Jakarta lag. Nog geen twee centimeter ten westen
28
van de hoofdstad. Bovendien was het een mooie
gelegenheid om de omgeving te bezoeken waar het
beroemde boek Max Havelaar zich afspeelt. De schrijver Eduard Douwes Dekker woonde daar toen hij
nog bestuursambtenaar in Indië was. Herinneringen
aan mijn eigen tijd in Rangkasbitung kwamen boven.
Ik was er djongos, een van de hoofden van Lebak,
boerenzoon en danser van de regent, Radèn Adipati
Nata Karta Nagara.
Wie nu denkt dat ik niet goed bij mijn hoofd ben of
nu op internet naarstig op zoek gaat naar mijn werkelijke leeftijd, doe geen moeite. Ik heb het over
herinneringen aan mijn diverse rollen in de musical