HÉT INDISCH MAANDBLAD
67e JAARGANG
• NR. 6 • DECEMBER 2022 • € 6,50
Revolusi
het grote onderzoek
en de excuses van Rutte
Hoofdrolspelers
blikken terug
Dido
Michielsen
over haar
nieuwe boek
Hoogtepunten- VO O R WO O R D -
Hoogtepunten
Het afgelopen Moesson-jaar is voorbij gevlogen.
Alsof we op een hogesnelheidstrein door 2022 heen stoven,
met elke maand weer een nieuwe, opwindende halte waar we mochten uitstappen,
rondkijken, herinneringen en souvenirs mochten verzamelen om weer
door te snellen naar de volgende maand.
J
En het was een spannende stap hoor, verhuizen naar
Den Haag. Zoals een journalist van het Boekblad aan
mij vroeg tijdens een interview: ‘Wie begint er nu
nog een boekhandel?’.
Maar soms weet je in je hart dat je de goede keuze
maakt, ook al houdt de angst voor het onzekere,
voor wat er mis zou kunnen gaan je in bedwang.
Er was het Formule 1-debuut van Nyck de Vries, het
zilveren kookboek Java van Maureen Tan, mooie
nominaties voor de boeken van Malou Holshuijsen,
Anne-Lot Hoek en natuurlijk de prachtige Constantijn Huygens oeuvreprijs voor Marion Bloem.
Ik wens u een mooie decembermaand,
fijne feestdagen en alvast het beste voor 2023.
De theaters met Indische voorstellingen zoals de
Eeuw van mijn moeder stroomden na de pandemie
eindelijk weer vol met uitverkochte zalen door heel
Nederland voor Ya dat is iets Indisch van Ricky Risolles. Er gebeurde zoveel in 2022, dat we besloten een
terugblik voor u te maken.
Het hoogtepunt voor Moesson in 2022? Dat is toch
wel onze verhuizing. Daarom prijkt de etalage van
onze boekhandel ook op de voorpagina.
Als ik achter op de redactie aan het werk ben, geniet
ik van het gelach en het geklets dat ik uit de winkel
hoor komen. Van al die mensen, even mampir en
ngobrol. We zijn redactie, boekhandel en ontmoetingsplek en ik ben er trots op dat we dat nu niet
alleen buitenshuis zijn tijdens Moesson Live! of op
de pasars, maar ook in ons eigen huis.
Foto: Herbert van der Beek
ournalistiek gezien was het een interessant
jaar. Met discussies over het gebruik van het
woord bersiap in het Rijksmuseum, het grote
onderzoek naar de dekolonisatieoorlog,
de excuses van premier Rutte, de grotere
rol van de Indonesische ambassadeur bij de
nationale herdenking op 15 augustus.
3Inhoud
JAAROVERZICHT
10
13
14
Wat een jaar…
Een overzicht van de meest opmerkelijke
gebeurtenissen
In Memoriam
Momentum
Hoofdrolspelers van het afgelopen jaar
blikken terug
INTERVIEW
20
24
42
53
Projecten gezocht
Dunja Colman van vfonds vertelt
over een nieuwe subsidieregeling
Dido en Vivian
In gesprek met Dido Michielsen over
haar nieuwe boek
Bescheiden op de voorgrond
Gladys Paulus over haar bijdrage aan
Onze koloniale erfenis
32
Even bellen met … Jaro Wolff
REPORTAGE
32
38
50
Tot Seoul weer!
Aubrey van Leeuwen studeerde een half
jaar in Zuid-Korea
Meer dan voetbal
Noël en Boaz Dekker gaven voetbaltraining in Indonesië
Indonesië en de Amsterdamse school
Een nieuwe expositie in Museum
Het Schip in Amsterdam
BOEKOE
47
4
Greep uit de kast
10
38MAKAN
56
Geen oliebollen maar …
De lekkerste alternatieven Oud en Nieuw
COLUMNS
23
Alide Wormser:
30
Frans Leidelmeijer:
59
Patricia Jacob:
Driesprong
Balinese schoenen
Bacang met kip
IEDERE MAAND
6
8
9
29
48
24
Indopuzzel
Oleh Oleh
Mijn Poesaka - de bamboe bakjes van
Marjolijn Hallie-Mulder
Shoppagina
54
Planten uit de tropen:
60
Insta Indo
61
Anak Moesson: Met Maxim, Kendra en
64
66
67
56
Nieuwtjes
Waru laut
Andra, een sprookje en leuke weetje
Beleven
Ting Ting
Colofon
Coverfoto: Vivian Boon
5- JAAR OVER Z I C H T -
Momentum
Een expositie over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd
in het Rijksmuseum. Excuses van premier Rutte voor het door wetenschappers bewezen
excessieve, structurele Nederlandse geweld tijdens diezelfde onafhankelijkheidsoorlog.
Een krans op 4 mei, speciaal voor de Nederlandse en Indonesische
slachtoffers van die oorlog. De Indonesische ambassadeur die op 15 augustus
voor het eerst alleen, dus zonder collega’s, een krans legt.
Er wordt de laatste jaren met een andere blik naar het koloniale verleden gekeken
en langzaam maar zeker brengt dat zichtbare veranderingen teweeg.
Al gaat dat niet zonder slag of stoot. Moesson blikt met enkele hoofdrolspelers terug
op de veranderingen van het afgelopen jaar.
Door Vivian Boon
HARM STEVENS
Harm Stevens is conservator bij het
Rijksmuseum. Samen met onder meer de
junior conservator van het museum en
twee Indonesische gastcurators, onder
wie Bonnie Triyana, stelde hij de expositie
Revolusi! Indonesië onafhankelijk samen.
Nog voor de expositie opende ontstond
er een discussie. Curator Bonnie Triyana
betoogde in een opiniestuk in NRC dat
de term racistisch zou zijn. Er ontstond
14
een publieke discussie en de Federatie
Indische Nederlanders (FIN) deed aangifte
tegen wat zij zagen als een vorm van
bersiap-ontkenning. Een dag na het stuk
in NRC liet museumdirecteur Taco Dibbits
weten dat de term bersiap wél gebruikt
zou worden.
Hadden jullie dit anders aan moeten
pakken?
‘Het was lastig dat we nog niet open
waren op dat moment. We konden nog
niets laten zien. Het stormde even, maar
dat zijn dingen die ook gezond zijn om
mee te maken. Er werd een open zenuw
geraakt en dat hadden we kunnen weten.
Ik weet ook niet goed hoe je je daar op
kunt voorbereiden. Het is ook wel goed
dat die zenuw geraakt is, daardoor konden
mensen van gedachten gaan wisselen.’
Wat heeft de expositie jou gebracht?
‘Als ik terugkijk vind ik het een prachtig
avontuur, ik ben er heel tevreden over.
Ik heb mensen rondgeleid, ben er veel
geweest en dat was voor mij persoonlijkheel interessant om mee te maken.
Bezoekers eigenen zich een tentoonstelling toe. En door er veel met verschillende
bezoekers te zijn, werd de tentoonstelling
ook voor mij telkens weer anders, steeds
weer opnieuw. Je ‘dropt’ niet zomaar een
tentoonstelling en dan klaar. Er gebeurt
daarna nog veel meer.’
De expositie maakte veel los bij
bezoekers.
‘Dat was indrukwekkend om te ervaren.
Er zat een therapeutisch aspect in de
tentoonstelling. Ik was
er wel op voorbereid
dat er op een intense
manier naar gekeken
zou worden. Ik vond dat heel mooi om
mee te maken. Als je in gesprek gaat met
het publiek dan is dat heel anders dan
wanneer je over e-mail correspondeert.
Bovendien was er zo de ruimte om de
kritiek ‘in je gezicht’ te krijgen. En die
kritiek was er, maar altijd op een prettige
manier.’
Komt er een vervolg?
‘Er is een plan om in het Museum Nasional
Indonesia in Jakarta een tentoonstelling te
maken en dat wordt nu verkend.
Er zaten bovendien wel onderwerpen in de
tentoonstelling die een follow-up waard
zijn. Ik heb me nu zo in dit onderwerp
verdiept, ik ga het niet ineens loslaten.
As we speak zijn we een aantal schilderijen
aan het wisselen in het museum en komt
een aantal stukken van Revolusi! in onze
vaste tentoonstelling van de 20e eeuw.
Een werk van Otto Djaya bijvoorbeeld.
En dat is de invloed van Revolusi!.
De onafhankelijkheidsoorlog was niet
echt aanwezig in het
Rijksmuseum, met
deze werken nu wel.’
REVOLUSI IN HET RIJKSMUSEUM
HANS MOLL
De expositie Revolusi! Indonesië onafhankelijk opende op 11 februari
van dit jaar. De expositie ging over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd (1945-1949), gezien door de ogen van mensen die het meemaakten: strijders, kunstenaars, politici, diplomaten en journalisten.
Ruim 20 persoonlijke verhalen vertellen hoe het ideaal
van een vrij Indonesië wordt nagejaagd.
De expositie is samengesteld door Harm Stevens (conservator
geschiedenis), Marion Anker (conservator geschiedenis)
Bonnie Triyana (historicus en curator) en Amir Sidarta
(onderzoeker en conservator).
Hans Moll was tot
14 augustus van dit
jaar voorzitter van de
Federatie Indische
Nederlanders.
FIN is in 2017 door derde generatie
Indische Nederlanders opgericht en heeft,
zo staat op de website, tot doel het Indisch
zwijgen een stem te geven
De FIN liet het afgelopen jaar regelmatig
van zich horen. De organisatie dreigde met
aangifte tegen het Rijksmuseum vanwege
een vorm van bersiap-ontkenning in de
expositie Revolusi, Indonesië onafhankelijk. Toen het Comité 4 en 5 mei tijdens
de dodenherdenking voor het eerst alle
Nederlandse en Indonesische slachtoffersvan de koloniale oorlog herdacht,
sprak FIN zich daartegen uit, omdat
Indische Nederlanders zowel tijdens
de Tweede Wereldoorlog als tijdens de
daaropvolgende bersiap zwaar hebben
geleden onder de Japanse én Indonesische terreur. En de organisatie dreigde
met een kort geding toen bekend werd dat
de Indonesische ambassadeur tijdens de
Nationale Herdenking op 15 augustus na
premier Rutte en krans zou leggen.
En toen stapte je op als voorzitter,
een statement?
‘Wij hebben van meet af aan gezegd: Wat
doet die ambassadeur daar? Wij bieden
voor alles excuses aan, maar Indonesië
doet helemaal niks. In een brief aan het
Parool schreef ik dat “de Indonesische
ambassadeur op 15 augustus zou
kunnen zeggen dat het hem spijt dat in
naam van merdeka (‘vrijheid’) zijn veelal
jonge landgenoten zich te buiten zijn
gegaan aan een orgie van geweld tegen
weerloze burgers: Nederlanders, Molukkers, Chinezen en van sympathie met de
Hollanders verdachte Indonesiërs. Hij zou
kunnen zeggen dat wreedheid nooit kan of
mag worden goedgepraat, hoe verheven
het vaandel waaronder die wreedheden
zijn gepleegd ook moge zijn.” Maar dat
gebeurt niet. En ach, ik ben 75 en ik kan
wel de hele tijd doorgaan en me druk
maken, maar daar heb ik geen zin meer
in. Zo langzamerhand denk ik: Laat die
jongeren het maar opknappen, ik ga wel
langs de zijlijn kijken.’
Je ergerde je ook aan de excuses van
premier Rutte na de publicatie van het
grote onderzoek.
‘Krankzinnig, die
excuses van Rutte.
Woorden schieten
tekort. Er is een
gewapend conflict
waarbij meerdere
partijen strijden, en de een zegt sorry en
de ander doet niks. De Indonesiërs zijn
er niet in geïnteresseerd, zij kijken naar
morgen.’
Hoe kijk je terug op de conclusies van
ODGOI?
‘Er gebeurde eigenlijk wat we hadden verwacht, de nadruk lag op de Nederlandse
wandaden. Mijn focus lag vooral op het
deelonderzoek naar de bersiap en dat viel
me enorm tegen. Ik heb de conclusies in
eerste instantie gelezen in het overkoepelende boek Over de grens. Toen vond ik al
dat de onderzoekers de verkeerde bronnen
hebben gebruikt en ik vond het onderzoek
ondermaats. Het geluid van geweld, dat
helemaal over de bersiap gaat, vond ik ook
slordig en hakkelig.
De FIN is wel nog uitgenodigd door het
NIOD om te komen praten. Dat was heel informatief en plezierig. Als je belangstelling
voor een periode deelt, dan deel je heel
veel. We verschillen alleen van mening. Ik
ben wel nieuwsgierig naar hoe de bersiap
nu in de geschiedenisboeken gaat komen.’
15Dido & Vivian
Het gaat goed met Dido Michielsen (65). Van haar romandebuut Lichter dan ik
werden meer dan 100.000 exemplaren verkocht en het boek won
de Boekhandelprijs 2020. Ook kwam er een succesvolle theaterbewerking
die volle zalen trok en zijn de filmrechten aangekocht. Vorige maand
kwam het vervolg Engel en kinnari uit. Vivian Boon interviewde Dido
bij de lancering in Den Haag en bij de laatste editie van Moesson Live! in de OBA
in Amsterdam. In dit nummer een compilatie van de twee gesprekken.
Door Vivian Boon / Fotografie: Herbert van der Beek
24Vivian: ‘Allereerst gefeliciteerd met je nieuwe boek. We
van de anderen is net verschenen. Ze schrijft een trilogie
zijn natuurlijk trots dat je een beetje van ons bent, want je
over Marokko, waarin je de geboorte van het jonge
schrijft ook voor Moesson.
Marokko kan meebeleven, maar dan door de ogen van
Ik weet nog dat ik je afgelopen zomer sprak toen je nog
haar jonge overgrootmoeder en jonge grootmoeder.
aan het schrijven was en je me vertelde dat je heel moe
Dat vond ik eigenlijk wel een goed idee, want in Lichter
was: : “Het is een heel proces dat schrijven,” zei je toen.’
dan ik wilde ik over de geboorte van de Indo vertellen.
Dido: ‘Dat ga ik niet nog eens
Hoe uit een Hollandse man en
benadrukken, want ik wil
een inheemse vrouw de Indo
niet dat je het er vanaf leest.
ontstond. Toen dacht ik:
Het was zwaarder omdat
In deel 2 wil ik verdergaan en
dit boek na Lichter dan ik
laten zien hoe het leven voor
kwam. Het was een verras-
die Indische vrouwen was.
sing dat mijn eerste boek
De plek van de Indo in die
zo ontzettend goed werd
koloniale samenleving. Als
ontvangen. Een groot wonder,
lezer volg je mijn hoofdper-
en dan een toneelstuk en de
soon Louisa door haar ogen
filmrechten en de vertalingen
als ze op zoek gaat naar het
die er kwamen. Ook in het
antwoord op de vraag. “Als ik
Indonesisch. Maar dat schiep
uit twee zúlke verschillende
natuurlijk wel verwachtingen
mensen voortkom, wie ben ik
voor het tweede boek.’
dan?”’
Vivian: ‘Was je altijd al van
Vivian: ‘Naast die persoonlijke
plan om een vervolg op
zoektocht in het boek lees je
Lichter dan ik te schrijven?’
ook heel veel over de maat-
Dido: ‘Nou eerlijk gezegd,
schappij en over hoe die eruit
dacht ik daar niet over na.
zag. Is het doel ook geweest
Ik dacht: als Lichter dan ik als
om je lezers te informeren?
een schip in de mist verdwijnt,
Dat als je weinig afweet van
dan krijg ik nooit meer
Dido en Vivian bij Paagman. Foto: Julia Scheltus
- I N T ERV I E W -
die tijd in Nederlands-Indië je
een contract voor een volgend boek. En toen zei Ellen
er heel veel over leert door dit boek te lezen?’
Verbeek, een goede vriendin van mij: “Ik eis dat je me
Dido: ‘Ja, die behoefte voelde ik ook wel. Zoals ik in
vertelt hoe het met die dochters afloopt.” Het is natuurlijk
Lichter dan ik de ongelijkheid wilde laten zien, had ik in
heel fijn als iedereen naar een vervolg uitkijkt en de
Engel en kinnari toch ook de behoefte om te tonen hoe
uitgever zich al warmloopt en er blij mee is, maar ja, dat
raciaal de samenleving verdeeld was. Ik wilde niet het
moet je dan wel waarmaken. En je wil niet in de formule
tempo doeloe-gevoel opwekken, maar ermee afrekenen.’
stappen die van het eerste boek een succes maakte, dus
Vivian: ‘Het boek speelt zich af aan het einde van de
je probeert iets nieuws te verzinnen. Je probeert andere
19de eeuw, eeuw begin 20ste eeuw, maar je hebt het
vormen te vinden, een ander tijdperk. Het heeft wel even
boek geschreven in modern Nederlands. Het is niet een
geduurd voordat ik weer echt ging schrijven.’
historische roman in die zin dat je de taal gebruikt van het
Vivian: ‘Hoe verhoudt Engel en kinnari zich tot het eerste
einde van de 19de eeuw waarin het verhaal zich afspeelt.
boek?’
Het is dus heel toegankelijk. Als je de taal uit die tijd had
Dido: ‘Het is in wezen een vervolg, dat ik wel zo heb ge-
gebruikt hadden we heel andere woorden kunnen lezen.
schreven dat je het niet per se in die volgorde hoeft te
Heb je dat bewust gedaan?’
lezen. Maar zoals het eerste boek een zoektocht is van
Dido: ‘Ja. Want ik wil een lekker verhaal vertellen. Geen
een moeder naar haar kinderen, is dit de zoektocht van
woorden gebruiken die je in een oud boek tegenkomt.
een dochter naar haar moeder en naar zichzelf.’
Je moet je wel bewust zijn van de historie en de tijd
Vivian: ‘Was het al duidelijk welke kant je met deze roman
waarin het zich afspeelt, maar het mag geen leesop-
op wilde? Je vertelt in de eerste plaats een verhaal, maar
dracht worden. Ik wil die geschiedenis vertellen, maar op
het laat ook heel veel zien over de tijd waarin het zich
zo’n manier dat iedereen, ook mijn eigen kinderen, het
afspeelt en hoe het er toen aan toeging Nederlands-
met plezier kan volgen.’
Indië. Wilde je die twee dingen al meteen met elkaar
Vivian: ‘Toen ik het las viel me op dat de taal is zoals de
vermengen?’
oudere Indische generatie van nu nog spreekt. Je pakt
Dido: ‘Ja. Ik zag dat bij de Frans-Marokkaanse schrijfster
de bekende woorden eruit, die wij kennen van vroeger,
Leïla Slimani. Het tweede deel van haar trilogie Het land
die lees je allemaal terug. De toon zit erin, de woordvolg-
25Tot Seoul
weer!
32